Kantonrechter oordeelt dat werkgever mondkapjes mag verplichten

27 Jan 2021

Kantonrechter oordeelt dat werkgever mondkapjes mag verplichten

Sinds 1 december 2020 is het in Nederland verplicht om een mondkapje te dragen wanneer iemand in een publieke binnenruimte werkt. Zo'n mondkapjesverplichting werd eerder al in buurland België ingevoerd, waar het ook het juridisch nieuws domineerde. Voor 1 december waren mondkapjes in ons land nog niet verplicht, maar sommige werkgevers legden wel al strengere regels op. In een recente zaak deed de kantonrechter uitspraak over de geldigheid van zo'n voortijdige verplichting.

Bezorger weigert mondkapje te dragen

In deze zaak weigerde een bezorger van een Bilthovense banketbakkerij een mondkapje te dragen. De werknemer was nochtans op de hoogte van deze verplichting en werd hier door de productiechef op aangesproken, maar desondanks bleek dat hij helemaal geen zin had om een mondkapje tijdens de werktijd te dragen. Ook nadat de bezorger op non-actief werd geplaatst en opnieuw mocht komen werken als hij een mondkapje droeg, bleef hij dit weigeren.
Nochtans had de werkgever al een toezegging gedaan en aangegeven dat het mondkapje niet diende te worden gedragen in de bezorgwagen, waar de werknemer toch 80 tot 90% van de werktijd vertoefde. De discussie sleepte alleen maar verder aan en uiteindelijk kwam het een en ander bij de kantonrechter te liggen.


Kantonrechter moet uitspraak doen

Voor de rechter gaf de bezorger aan dat de opgelegde maatregel compleet onredelijk was. Hij vond het een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer en had het in een en dezelfde zin ook over hinder, ongemak en gezondheidsrisico's. Hij vroeg de rechter niet alleen om het een en ander ongegrond te verklaren, maar ook om het achterstallige loon sinds zijn non-actiefstelling.
De kantonrechter gaf aan dat een mondkapje tijdens deze coronapandemie kan bijdragen aan de veiligheid. De kantonrechter vond dat de banketbakkerij zo'n verplichting inderdaad kon opleggen om aldus een coronaproof werkomgeving te garanderen. Daarnaast wees de rechter ook op het belang voor de werkgever dat werknemers niet ziek worden of in quarantaine moeten, want hij heeft per slot van rekening een loondoorbetalingsplicht. De rechter benadrukte bovendien dat de werkgever helemaal geen onderscheid moet maken tussen verschillende functies zoals banketbakkers en bezorgers. Dit net omdat mondkapjes pas werken wanneer iedereen zich netjes aan de regels houdt.
Uiteindelijk oordeelde de rechter dat de werkgever inderdaad het recht had om de bezorger zonder loondoorbetaling op non-actief te stellen. Hij benadrukte echter wel dat als de bezorger onvoorwaardelijk bereid is om een mondkapje te dragen tijdens de werktijd, de non-actiefstelling en de opschorting van de loonbetaling komen te vervallen.


Werkgevers hebben een instructierecht

Eerder gaven juristen al aan dat mondkapjes verplichten inderdaad tot de mogelijkheden van een werkgever behoort. Volgens hen valt dit gewoon onder het instructierecht. Net zoals ze werknemers mogen verplichten om veiligheidsschoenen te dragen, kunnen ze dus ook mondkapjes verplichten. Ook daar waar de overheid het momenteel nog niet verplicht. Dit heeft de rechter nu ook bewezen.
Toch zeggen advocaten er meteen bij dat dit instructierecht zeker niet onbeperkt is. Als een werknemer bijvoorbeeld astma heeft en moeilijk kan ademen, kan de werkgever zo'n mondkapje ook niet zomaar verplichten. Maar een werknemer moet in ieder geval al een goede reden hebben vooraleer hij weigert.